Wil je meedoen?

Met de BBTK sta je sterker. Maak je nu lid.

Nieuwsbrief

Abonneer je op onze nieuwsbrief en mis niets!

Abonneren

Je rechten op zak 2024 - Jaarlijkse vakantie

20/12/2023 | FR / NL
Op hoeveel dagen vakantie heb ik recht per jaar?
Bepaalde dagen waarop ik niet heb gewerkt worden gelijkgesteld met werkdagen voor de berekening  van mijn jaarlijkse vakantie. Welk principe geldt hier? 
Hoe wordt mijn vakantiegeld berekend?
Wat als ik niet heb gewerkt tijdens de referteperiode (= refertedienstjaar)? 
Vakantie, feestdagen en klein verlet: hoe zit het daarmee? 
Wie bepaalt wanneer er vakantie is?

Als er één periode van het jaar is waar werknemers erg naar uitkijken, dan is het de vakantie wel. In België heeft iedere werknemer recht op betaalde jaarlijkse vakantie.

Grote nieuwigheid vanaf 1 januari 2024:

Als je ziek wordt tijdens je vakantie, kun je je vakantie uitstellen naar een ander tijdstip. Ziektedagen hebben voorrang op vakantiedagen. 

Als je dus ziek wordt, verlies je je vakantiedagen niet langer en kan je ze op een latere datum opnemen (uiterlijk 24 maanden na het vakantiejaar).

Voorbeeld: 
Je hebt nog 5 vakantiedagen op 1 december 2024. Je bent ziek van 2 december tot 31 december 2024. Je zal deze 5 vakantiedagen nog kunnen opnemen tot 31 december 2026.

Je hebt echter wel verplichtingen tegenover je werkgever.

Ten eerste moet je onmiddellijk je werkgever op de hoogte brengen van je verblijfsadres waar je verblijft als je niet thuis bent (bv. op vakantie in het buitenland).

Ten tweede moet je je werkgever binnen de twee werkdagen een medisch attest bezorgen (tenzij er een andere termijn is vastgelegd in het arbeidsreglement of een cao), zelfs als het arbeidsreglement of een cao dit niet voorschrijft.

In geval van overmacht (ziekenhuisopname) moet het medisch attest binnen een redelijke termijn naar de werkgever worden gestuurd.

Als je je vakantiedagen direct na je ziekteperiode wil opnemen, moet je dit melden aan je werkgever, die hiervoor toestemming moet geven.

Je werkgever moet je je gewaarborgde loon betalen voor je ziektedagen.

Opgelet, je kan je gewaarborgd loon verliezen als je je medisch attest te laat indient of als je het adres waar je je bevindt niet doorgeeft.

Je werkgever heeft altijd de mogelijkheid om de controlearts in te schakelen.

Deze nieuwe uitstelbepalingen zijn niet alleen van toepassing in geval van ziekte. Andere schorsingen van de arbeidsovereenkomst maken het mogelijk om jaarlijkse vakantiedagen uit te stellen, nl.:

  • erkende arbeidsongevallen of beroepsziekten 
  • ongevallen of andere ziekten (in het privéleven)
  • moederschapsrust
  • vaderschapsverlof (omgezet zwangerschapsverlof)
  • geboorteverlof 
  • adoptieverlof
  • pleegzorgverlof 
  • ouderschapsverlof 

Al deze redenen van schorsingen zullen het mogelijk maken om niet-opgenomen vakantiedagen uit te stellen tot uiterlijk 24 maanden na het einde van het vakantiejaar.

Eén uitzondering betreft de dagen van volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming. Voor dit type verlof moet je je verlof opnemen vóór 31 december van het vakantiejaar. Als je echter een medisch attest voorlegt waarin staat dat gezondheidsredenen je beletten vakantie op te nemen, kan je deze toch uitstellen en binnen de 24 maanden opnemen.

Je kan de niet-opgenomen dagen meenemen naar een nieuwe werkgever.

Wat de betaling van deze vakantiedagen betreft, ontvang je, als je arbeider bent, je vakantiegeld via de vakantiekas tijdens het vakantiejaar. Uitgesteld verlof wordt dus vooraf betaald en niet wanneer je dit opneemt.

Ben je bediende, dan moet je werkgever deze dagen in december van het vakantiejaar betalen als blijkt dat vakantiedagen nog moeten worden overgedragen op 31 december. Je ontvangt je vakantiegeld vooraf, niet wanneer je je uitgestelde vakantiedagen opneemt.

Als je het jaar 2023 (het zogenaamde "vakantiedienstjaar") volledig hebt gewerkt, heb je recht op 4 weken vakantie in 2024. 

In een arbeidsregeling van zes dagen per week heb je recht op 2 dagen vakantie per gewerkte maand in het vakantiejaar.

In een arbeidsregeling van 5 dagen per week krijg je 4 dagen min der op jaarbasis, dus 20 dagen. 

Als je deeltijds werkt, wordt dit recht geproratiseerd.

De gewoonte stelt dat een werkgever doorgaans een vakantiedag verleent aan een werknemer die in het bedrijf komen werken is vóór de 16de of die het bedrijf verlaat na de 14de van een maand van het vakantiejaar.

Sectorale of bedrijfsovereenkomsten voorzien vaak bij- komende vakantiedagen die afhankelijk kunnen zijn van het aantal jaren anciënniteit of andere gebeurtenissen. Als je met zekerheid wil weten op hoeveel dagen verlof je recht hebt naargelang van je situatie, neem dan contact op met je gewestelijke BBTK-afdeling.

Je bent verplicht om al je (wettelijke) vakantiedagen op te nemen in 2024 en je werkgever moet ze je toekennen. Werkgevers die dit overtreden riskeren sancties.

De berekening van het aantal vakantiedagen waarop je recht hebt verschilt naargelang je arbeider of bediende bent. Neem voor meer informatie contact op met je BBTK-afdeling.

Bepaalde dagen van schorsing van de arbeidsovereenkomst worden gelijkgesteld met effectieve werkdagen: het gaat hierbij om de dagen dat je buiten je wil om afwezig bent van het werk. 

Voorbeelden: de eerste 12 maanden van arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval, ziekte (beroepsziekte of niet), zwangerschapsverlof, oproeping onder de wapens, vervulling van burgerplichten, uitoefening van een openbaar mandaat of een syndicale opdracht, borstvoedingspauzes, periodes van economische werkloosheid, extra vakantiedagen (Europese vakantie) enz.

Wanneer je vakantie neemt, ontvang je het normale loon van je werkgever op de gebruikelijke datum. Dat is het enkel vakantiegeld.

Het dubbel vakantiegeld is een toeslag die bovenop het normale loon wordt toegekend. In principe moet het dubbel vakantiegeld worden betaald wanneer je je hoofdvakantie neemt, maar de betaling gebeurt vaak voor alle bedienden van het bedrijf samen (gewoonlijk in mei of juni).

Het dubbel vakantiegeld is gelijk aan 92% van je normale maandloon. Het aantal gewerkte (of in 2023 gelijkgestelde) maanden moet worden vermenigvuldigd met 92% van het brutoloon van de maand waarin de vakantie wordt opgenomen. Het totaal moet worden gedeeld door 12.

Voorbeeld: 

Je hebt het voorbije jaar twaalf maanden gewerkt. Je krijgt als normaal loon voor de maand waarin je vakantie neemt € 2.000 bruto. Je dubbel vakantiegeld is dus: 12 x (92% van 2.000)/12 = € 1.840.

Heb je een variabel loon, dan heb je, per vakantiedag, recht op vakantiegeld gelijk aan het daggemiddelde van de brutolonen die je tijdens elk van de twaalf maanden voorafgaand aan de vakantiemaand ontving.

Bij een contractverbreking, wanneer de uitvoering van het contract volledig wordt geschorst als gevolg van een loonbaanonderbreking, tijdskrediet, of oproeping onder de wapens, heb je recht op vertrekvakantiegeld.

Bovendien, als je het gemiddelde aantal wekelijks gewerkte uren vermindert bij dezelfde werkgever, moet de werkgever je vakantiegeld uitbetalen in december van het jaar waarin de vermindering plaatsvindt.

Het vertrekvakantiegeld bedraagt 15,34% van het brutoloon verdiend tijdens het vakantiedienstjaar. Met brutoloon bedoelt men ook de eindejaarspremie, de 13de maand, premies, overuren en voordelen in natura.

Die 15,34% is samengesteld uit 7,67% voor het enkel vakantiegeld en 7,67% voor het dubbel vakantiegeld.

Opgelet, vanaf 1 januari 2024 wordt het enkel vertrekvakantiegeld in twee fases verrekend. Neem gerust contact op met de juridische dienst van je afdeling als je een probleem hebt over dit onderwerp.

Het vakantiegeld bestaat eveneens uit het enkel vakantiegeld en het dubbel vakantiegeld. Het enkel vakantiegeld is het gewone loon voor je vakantiedagen en het dubbel vakantiegeld komt daar bovenop.

Je vakantiegeld (enkel en dubbel) wordt berekend op basis van je totale brutoloon van 2023 (vakantiedienstjaar). Dit bedrag moet met 1,08 worden vermenigvuldigd. En van dat bedrag neem je 15,38%. Daarvan moeten nog de RSZ-bijdragen en de bedrijfsvoorheffing worden afgetrokken.

Het vakantiegeld wordt tussen 2 mei en 30 juni betaald door de vakantiekas waarbij je werkgever is aangesloten.

Als je arbeider bent, geldt de regeling voor het vertrekvakantiegeld niet voor jou. Alles wordt geregeld door de vakantiekas.

Voor werknemers die in 2023 niet of niet het hele jaar gewerkt hebben, bestaan enkele systemen om in 2024 toch enkele al dan niet betaalde vakantiedagen te kunnen nemen.dvakantie

Jongeren die in de loop van 2023 de school verlieten, kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op jeugdvakantieuitkeringen en aanvullende vakantiedagen betaald door de RVA.

De regeling seniorvakantie is van toepassing op werknemers die het werk hervatten na een periode van inactiviteit en geen recht (of onvolledige rechten) hebben op jaarlijkse vakantie. De seniorvakantie wordt betaald door de RVA.

Als je je eerste job in België hebt of die hervat na een periode van werkloosheid, heb je geen recht op de vier wettelijke verlofweken. Via het systeem van de aanvullende of Europese vakantie kan je toch een aantal betaalde vakantiedagen nemen. Opgelet, het gaat om een voorschot op je dubbel vakantiegeld voor het volgende jaar.

Neem voor meer informatie gerust contact op met je gewestelijke BBTK-afdeling.

Een feestdag in een vakantieperiode wordt niet beschouwd als een vakantiedag  en telt dus niet mee in de berekening van het aantal vakantiedagen waarop je recht hebt

Klein verlet dat voorvalt tijdens je verlofperiode kan je niet recupereren na de vakantie.

De datum (of data) van de jaarlijkse vakantie wordt vastgelegd:

  • door het paritair comité van de sector;
  • door de ondernemingsraad;
  • met een akkoord tussen de syndicale afvaardiging en je werkgever.
  • met een akkoord tussen de werkgever en de werknemer.

Als algemene regel geldt dat je je vakantie tijdens het lopende jaar moet opnemen: je kan je verlof niet uitstellen tot het volgende jaar. 

  • als samenwonende met gezinslast krijg je bij voorkeur vakantie toegekend tijdens de schoolvakanties. Tussen 1 mei en 31 oktober moet een periode van minimum 2 opeenvolgende weken worden toegekend;
  • vakantiedagen na de 2de of 3de week moeten worden opgenomen in periodes van geringere activiteit of ter gelegenheid van plaatselijke, regionale of andere feesten;
  • Behalve in bepaalde specifieke gevallen is het opnemen van halve dagen vakantie in principe verboden.