Wil je meedoen?

Met de BBTK sta je sterker. Maak je nu lid.

Nieuwsbrief

Abonneer je op onze nieuwsbrief en mis niets!

Abonneren

Je rechten op zak 2024 - Vakbondsjargon

20/12/2023 | FR / NL
IPA: interprofessioneel akkoord
Pc: paritair comité
Index
Cao: collectieve arbeidsovereenkomst
OR of CPBW, welke verschillen?

Het zal je waarschijnlijk al wel zijn opgevallen. Sommige zeer specifieke termen worden regelmatig gebruikt in onze publicaties of op onze website. Deze woorden en afkortingen zijn je misschien helemaal niet bekend en je begrijpt ze misschien niet zo gemakkelijk. Index, paritair comité, IPA, OR, … Dat is het zogenaamde vakjargon. Om dit alles wat beter te kunnen volgen, geven we je hier een overzicht mee van een aantal belangrijke termen die je vroeg of laat zeker zal tegenkomen.

Je hebt er misschien al van gehoord. Maar wat is dat nu precies? Het IPA is een akkoord dat elke twee jaar afgesloten wordt door de vertegenwoordigers van de werkgevers en vakbonden op het hoogste niveau (die noemt men ‘De groep van 10’). Dat gebeurt voor het hele land, over alle sectoren heen. Het doel is om zo de grote lijnen te bepalen van wat de werkgevers en vakbonden van elkaar kunnen verwachten voor de volgende twee jaar. Dat kan gaan over heel uiteenlopende onderwerpen: loon, arbeidsduur, discriminatie op het werk … De akkoorden die op de andere niveaus worden gesloten, zoals voor jouw bedrijf of sector, zijn vaak een gevolg van de IPA’s. Een IPA wordt voor twee jaar gesloten om wat stabiliteit in de economie en zekerheid voor de werknemers te krijgen. Ook zorgt dit ervoor dat alle sectoren, zowel de sterkere als de zwakkere, op min of meer hetzelfde kunnen rekenen.

Een woord dat weinigen kennen, maar dat erg belangrijk is voor je arbeids- en loonvoorwaarden. Elke werknemer valt namelijk onder de bevoegdheid van zo’n comité. Het is een overlegorgaan (een comité) waarbij een gelijk aantal (paritair) werkgevers en werknemers afspraken maken rond loon- en arbeidsvoorwaarden, dit per sector. Het is ook de plaats waar conflicten worden bijgelegd.   Elk paritair comité krijgt een nummer en is bevoegd voor een bepaalde sector, of een aantal sectoren.   Als werknemer is het belangrijk om te weten tot welk paritair comité je precies behoort, want de afspraken rond bijvoorbeeld het minimumloon of de duur van de werkweek kunnen sterk verschillend zijn. Dus, voor je te weten kan komen wat je rechten zijn, moet je weten tot welk paritair comité je behoort.

De prijzen van de goederen die we dagelijks kopen gaan op en neer. Je loon volgt die beweging. Die koppeling wordt de automatische indexering van de lonen genoemd of “de index”. Dankzij dat systeem kan je er vrij zeker van zijn dat je met je loon elke maand opnieuw dezelfde producten kan kopen, ook al stijgen de prijzen. Daarom is het geen loonsverhoging, want normaal gezien zal je ook geen spullen extra kunnen kopen met het verhoogde bedrag. Het is dus geen cadeau van je baas, maar een aanpassing van je loon aan de stijgende prijzen. Er bestaan erg veel verschillende manieren waarop de index wordt toegepast. Voor sommigen past men de lonen op vaste tijdstippen aan, voor anderen gebeurt dat wanneer de prijzen met een vooraf bepaald percentage gestegen zijn. Dat hangt af van je paritair comité. Hou de rubriek Loonindexering op www.bbtk.org in de gaten om te weten wanneer jij aan de beurt bent.

Een collectieve arbeidsovereenkomst is een ondertekend akkoord tussen werkgevers en vakbondsvertegenwoordigers. Dat kan gaan over allerlei onderwerpen die met werk te maken hebben: loon, ontslagprocedures, groepsverzekeringen, bonusstelsels, … De cao’s kunnen worden afgesloten op verschillende niveaus: nationaal (in de groep van 10), per paritair comité of per bedrijf. Dat akkoord is niet zomaar een document, want je kan er in je individuele arbeidsovereenkomst niet zomaar van afwijken. Een werkgever kan je ook geen rechten ontzeggen die je volgens een cao hebt.

De OR en het CPBW zijn beide instanties waar overleg wordt gepleegd tussen werkgevers en werknemers. Ze hebben elk specifieke opdrachten.

Er moet een Ondernemingsraad worden opgericht in elk bedrijf dat ten minste 100 werknemers telt. Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgever.

De OR:

  • ontvangt alle informatie en wordt geraadpleegd over de economische en financiële situatie van de onderneming en over de tewerkstelling;
  • stelt het arbeidsreglement op en wijzigt dit;
  • beheert de sociale werken van het bedrijf;
  • bespreekt alles wat te maken heeft met het leven binnen het bedrijf, de arbeidsvoorwaarden, de vakantiedagen, de invoering van nieuwe technologieën, de criteria voor ontslag;
  • controleert de naleving van de sociale wetgeving en de cao’s, enz.

Er moet een CPBW worden opgericht in elke onderneming met minstens 50 werknemers.

Het CPBW is een orgaan dat:

  • zorgt voor de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;
  • staat in voor de preventie van arbeidsongevallen;
  • controleert de arbeidsgeneeskundige dienst, enz.

Het CPBW houdt zich eveneens bezig met het controleren van het arbeidsklimaat.

Het comité zorgt ervoor dat er voldoende en kwaliteitsvolle beschermingsmiddelen (veiligheidskledij, -bril, enz.) beschikbaar zijn en onderzoekt de individuele klachten omtrent veiligheid en welzijn.