Wil je meedoen?

Met de BBTK sta je sterker. Maak je nu lid.

Nieuwsbrief

Abonneer je op onze nieuwsbrief en mis niets!

Abonneren

Loon

03/01/2022 | FR / NL
Hoe wordt het bedrag van mijn loon vastgelegd?
Hoe worden deze loonniveaus vastgelegd?
Wat is een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)?
Waaruit bestaat de indexering van de lonen? Gebeurt deze automatisch?
En de andere voordelen waarop ik recht heb?
Wat is het “minimuminkomen”?

Hoe wordt het bedrag van mijn loon vastgelegd?

In principe moet je dit afspreken met je werkgever wanneer je je contract ondertekent. De werkgevers moeten echter een aantal regels naleven: er bestaat een minimumbarema en minimumbarema’s per sector.

De loonschaal, ook barema, weddeschaal of gewoon loon genoemd, wordt vooraf vastgelegd in de sectorale cao’s. Het barema legt het minimumloon vast dat in elke sector moet worden toegepast. Dit minimumloon mag nooit lager zijn dan het minimum vastgelegd in het kader van een interprofessioneel akkoord.

De meeste baremastructuren bevatten een automatische evolutie van de lonen volgens ervaring en/of anciënniteit. Je krijgt op die manier op geregelde tijdstippen (meestal ieder jaar) een hoger loon om de beroepservaring en/of de anciënniteit te waarderen die je hebt opgedaan sinds je indiensttreding. Vroeger gebeurde deze evolutie (zowel de inschaling in de functieclassificatie als de evolutie in het barema) op basis van leeftijd, maar volgens de Belgische en Europese antidiscriminatiewetgeving is het verboden om een subjectief onderscheid te maken op basis van leeftijd. De sectorbarema’s zijn het minimum dat je werkgever moet betalen. In je bedrijf kunnen er ook bedrijfsbarema’s bestaan die hoger zijn dan deze sectorbarema’s.

Het is niet de eerste keer dat ons baremastelsel onder vuur ligt. Op dit ogenblik pleiten sommige politici opnieuw voor een hervorming van de barema’s, meer bepaald om ze te laten evolueren naar een stelsel gebaseerd op competentie en productiviteit. Maar de sectorale barema’s zijn bij uitstek voer voor het sociaal overleg. Een wijziging van een maatschappelijk ingeburgerd systeem kan enkel in overleg met de sociale gesprekspartners.

Hoe worden deze loonniveaus vastgelegd?

In België wordt het niveau van de lonen normaal gezien niet vastgelegd door de wet of door regels uitgevaardigd door de Staat, maar via collectieve onderhandeling. Het zijn de sociale gesprekspartners die de eigenlijke barema’s vastleggen via een collectieve arbeidsovereenkomst. Meestal leggen deze cao’s een functieclassificatie vast en preciseren ze de vereiste voorwaarden om tot een (wel)bepaalde beroepscategorie te behoren. Bijna alle paritaire comités hebben een loonbarema uitgewerkt.

Wat is een collectieve arbeidsovereenkomst (cao)?

Cao’s zijn akkoorden die tussen de vakorganisaties en de werkgevers of werkgeversorganisaties worden gesloten. Dit gebeurt ofwel op bedrijfsniveau, ofwel in de activiteitssector (het paritair comité).

In tegenstelling tot wat er in sommige landen gebeurt, gelden de cao’s voor alle werknemers en niet uitsluitend voor de werknemers aangesloten bij een vakbond (die de cao ondertekend heeft). Als een sector-cao algemeen verbindend wordt verklaard, geldt ze voor alle werknemers, ook voor zij die niet aangesloten zijn bij de ondertekenende vakorganisatie.

Waaruit bestaat de indexering van de lonen? Gebeurt deze automatisch?

In België verloopt de indexering automatisch. Voor ons is het van essentieel belang dat dit systeem behouden blijft want zo kan de aanpassing van de lonen aan de levensduurte automatisch gebeuren, onafhankelijk van de eigenlijke loononderhandelingen. In de andere landen stellen we vast dat de lonen sowieso de levensduurte volgen, maar meer met horten en stoten en met grotere loonconflicten.

De manier waarop de indexering gebeurt wordt bij cao vastgelegd, maar de index zelf (d.w.z. het instrument dat de prijzenevolutie meet) wordt vastgelegd door de economische regelgeving. In het kader van het concurrentievermogen van het land legt deze regelgeving op dat gewerkt wordt met een indexcijfer dat geen rekening houdt met een aantal producten: alcohol, tabak, olieproducten behalve stookolie, enz. (de zogenaamde gezondheidsindex). Momenteel wordt de automatische loonindexering frequent aangevallen (Europese Commissie, rechtse politieke partijen, indexsprong, ...).

En de andere voordelen waarop ik recht heb?

De andere voordelen waarop je recht hebt bovenop je loon (bijv. de eindejaarspremie, de maaltijdcheques, de premies voor ploegen-, nacht- en weekendwerk, enz.) zijn ook voorzien via de cao van je paritair comité of op bedrijfsvlak. Het vakantiegeld daarentegen wordt geregeld door een specifieke wetgeving.

Wat is het “minimuminkomen”?

Er bestaan ook cao’s die op interprofessioneel vlak worden gesloten (Nationale Arbeidsraad): deze leggen een “gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen” vast, m.a.w. een gewaarborgd interprofessioneel loon.

Dit loon ziet er als volgt uit (op 01/04/2022): € 1806 bruto per maand.

Sinds 1 april 2022 is het onderscheid op basis van leeftijd en anciënniteit afgeschaft. Voor alle werknemers vanaf 18 jaar (behalve jobstudenten) geldt slechts één gewaarborgd minimumloon.

Het bedrag van het GGMMI zal nog worden verhoogd in april 2024 en april 2026.

Dit barema stemt overeen met het brutoloon dat geldt voor de werknemers die normaal voltijds worden tewerkgesteld. Als je deeltijds werkt, heb je recht op hetzelfde loon, evenredig met je arbeidstijd. Rekening houdend met de progressiviteit van de belastingschalen zal je nettoloon echter iets hoger zijn dan het evenredige loon.

Vooraleer de regering-Michel I afzwaaide, keurde ze nog de wet over de “starterslonen voor jongeren” (starterjobs) goed. Hierdoor mogen werkgevers werknemers van 18 tot 20 jaar voor hun eerste baan minder betalen dan het bruto minimumloon op voorwaarde dat aan het nettoloon niet wordt geraakt.

Ben je jonger dan 21 “zonder beroepservaring” en werk je met een startbaanovereenkomst, dan heeft je werkgever de mogelijkheid om je loon met een bepaald percentage te verminderen. Dit geldt voor zowel het interprofessioneel minimumloon (€ 1806 bruto) als voor de hogere sectorale minimumlonen (maar niet wanneer deze lonen lager zijn dan het interprofessioneel minimumloon).

Deze vermindering hangt af van de leeftijd van de jongere:

  • < 19 jaar: 18%.
  • 19 jaar: 12%.
  • 20 jaar: 6%.

De verlaging mag echter geen impact hebben op het nettoloon. Daarom moet je werkgever een compensatie betalen onder de vorm van een maandelijkse toeslag.

Specifiek voor arbeiders (van wie het vakantiegeld via de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie of een vakantiekas wordt uitbetaald) moet de toeslag verhoogd worden met een percentage om te vermijden dat die werknemers – ondanks de compenserende toeslag – loonverlies lijden. Deze compenserende toeslag is vrijgesteld van sociale en fiscale bijdragen. Bovendien kan je werkgever deze forfaitaire toeslag aftrekken van de door te storten bedrijfsvoorheffing. Een dubbel verlies dus, voor de sociale zekerheid én voor de overheidsfinanciën.

Hoewel de betrokken werknemers er netto niet op zullen verliezen, lopen ze wel het risico erop achteruit te gaan qua sociale rechten, die op basis van het brutoloon worden berekend.

Dit systeem van zogenaamde “starterjobs” is niet van toepassing op:

  • flexi-jobs;
  • leercontracten;
  • studentenjobs.