Je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat we in onze artikels, brochures of publicaties specifieke termen en afkortingen gebruiken die je misschien volslagen onbekend zijn. Index, paritair comité, IPA … Om wat duidelijkheid te scheppen, geven we je hier een overzicht van een aantal belangrijke termen die je vroeg of laat zeker zal tegenkomen.
Pc: paritair comité
Een woord dat weinigen kennen, maar erg belangrijk is voor je arbeids- en loonvoorwaarden. Het is een overlegorgaan (een “comité”) waarbij een gelijk (“paritair”) aantal vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers afspraken maken rond arbeids- en loonvoorwaarden, per sector van de economische activiteit. Het is ook de plaats waar conflicten worden bijgelegd.
Elk paritair comité krijgt een nummer. In België zijn er 100 gemengde commissies en 64 paritaire subcomités.
Elk bedrijf valt onder de bevoegdheid van één van die paritaire comités. Voor de werknemers van die bedrijven gelden de arbeidsvoorwaarden waarover in het paritair comité werd beslist.
Het is dus belangrijk om te weten tot welk paritair comité je precies behoort, want de voorwaarden over bijvoorbeeld de minimumlonen of de duur van de werkweek kunnen sterk verschillen van het ene paritair comité tot het andere.
Dus, voor je te weten kan komen wat je rechten zijn, moet je weten tot welk paritair comité je behoort.
Een nuttige tip: “zelfde paritair comité” betekent niet “zelfde beroep”. In het APCB bijvoorbeeld (Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden, ook paritair comité 200 genoemd, het voormalige pc 218), kan zich zowel een vertaalster als een boekhouder bevinden … zolang hun respectieve bedrijven maar allebei onder pc 200 vallen.
Sector
Bij de BBTK worden alle paritaire comités ondergebracht in “sectoren” die meerdere paritaire comités van éénzelfde economische activiteit verenigen. Het paritair comité van de banken en dat van de verzekeringen zijn bijvoorbeeld in dezelfde sector “financiën” ondergebracht. Zo bevat elke sector verschillende paritaire comités: op die manier kunnen we onze werking specialiseren naargelang de specifieke kenmerken van je werkdomein: Handel, Financiën (banken, openbare kredietinstellingen en verzekeringen), Industrie (chemie), Social Profit (gezondheidszorg, opvoeders, cultuur, vrij onderwijs, enz.), Diensten (logistiek, APCB enz.), ...
IPA: interprofessioneel akkoord
Het IPA is een akkoord dat elke twee jaar wordt gesloten door de vertegenwoordigers van de werkgevers en vakbonden op het hoogste niveau (de zogenaamde “Groep van 10”). Dat gebeurt voor het hele land, over alle sectoren heen. Het doel is om zo de grote lijnen te bepalen van wat de werkgevers en vakbonden van elkaar kunnen verwachten voor de volgende twee jaar. Dat kan gaan over heel uiteenlopende onderwerpen: loon, arbeidsduur, discriminatie op het werk …
De akkoorden die op de andere niveaus worden gesloten, zoals voor jouw bedrijf of sector, zijn vaak een gevolg van de IPA’s.
Een IPA wordt voor twee jaar gesloten om wat stabiliteit in de economie en zekerheid voor de werknemers te krijgen. Ook zorgt dit ervoor dat alle sectoren, zowel de sterkere als de zwakkere, op min of meer hetzelfde kunnen rekenen. Een IPA zorgt voor solidariteit tussen werknemers en biedt zekerheid en stabiliteit.
Cao: collectieve arbeidsovereenkomst
Een collectieve arbeidsovereenkomst is een ondertekend akkoord tussen werkgevers en vakbondsvertegenwoordigers. Dat kan gaan over allerlei onderwerpen die met werk te maken hebben: loon, ontslagprocedures, groepsverzekeringen, arbeidstijd, enz.
De cao’s worden afgesloten op verschillende niveaus: federaal (in de Groep van 10), per paritair comité of per bedrijf. Dat akkoord is een belangrijk document, want je kunt er in je individuele arbeidsovereenkomst niet zomaar van afwijken. Een werkgever kan je ook geen rechten ontzeggen die je volgens een cao hebt.
Index
De prijzen van de goederen die we dagelijks kopen evolueren. Je loon volgt die beweging. Die koppeling wordt de automatische indexering van de lonen of “de index” genoemd. Dankzij dat systeem kan je met je loon elke maand opnieuw dezelfde producten kopen, ook als de prijzen stijgen. Hert is dus geen loonsverhoging, want je kan eigenlijk geen extra spullen kopen met het verhoogde bedrag. Het is ook geen cadeau van je baas, maar een aanpassing van je loon aan de stijgende prijzen.
Er bestaan veel verschillende manieren waarop de index wordt toegepast. Voor sommigen past men de lonen op vaste tijdstippen aan, voor anderen gebeurt dat wanneer de prijzen met een vooraf bepaald percentage gestegen zijn. Dat hangt af van je paritair comité.
De index is bij uitstek een systeem van solidariteit. Een belangrijke verwezenlijking van de vakbonden via de collectieve arbeidsovereenkomst van je sector. Iedereen kan erop rekenen, van grote tot kleine bedrijven, van lage tot hogere lonen. Het doel van de index is eenvoudig: ervoor zorgen dat je met je loon hetzelfde kan blijven kopen. Daarom was de indexsprong waartoe de regering Michel in 2015 besliste zo onrechtvaardig. Je kan op de BBTK rekenen om het systeem met hand en tand te verdedigen.
SA: de syndicale afvaardiging
De syndicale afvaardiging onderhandelt met de werkgever over de arbeids- en loonvoorwaarden, de arbeidsorganisatie, de concrete werkomstandigheden, aanwervingen … binnen een bedrijf, of een onderdeel ervan.
De syndicale afgevaardigden zijn de vertegenwoordigers van de werknemers bij de werkgever. Zij komen tussen bij de werkgever voor alle individuele en collectieve problemen die zich tussen werknemers en werkgevers kunnen voordoen. Zij spelen de eisen van het personeel door en onderhandelen met de werkgever over de bedrijfsovereenkomsten en controleren de naleving van de sociale wetgeving en de cao’s.
CPBW: het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk
De actiegebieden van het CPBW zijn: veiligheid, gezondheid, welzijn (en dus onder meer stress), preventie… Het bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgever, op het niveau van het bedrijf. De leden van het CPBW:
- zorgen voor de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;
- staan in voor de preventie van arbeidsongevallen;
- zien toe op de arbeidsgeneeskundige dienst;
- zorgen ervoor dat er voldoende kwaliteitsvolle beschermende uitrusting is (kledij, veiligheidsbril,...) ;
- onderzoeken de individuele klachten omtrent veiligheid en welzijn.
Er moet een CPBW worden opgericht in elke onderneming met minstens 50 werknemers. De werknemersvertegenwoordigers in het CPBW worden door hun collega’s om de vier jaar verkozen tijdens de sociale verkiezingen.
OR: de Ondernemingsraad
Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgever. De OR:
- ontvangt alle informatie en wordt geraadpleegd over de economische en financiële situatie van de onderneming en over de tewerkstelling
- stelt het arbeidsreglement op en wijzigt dit;
- bespreekt de arbeidsvoorwaarden en -organisatie, de vakantiedagen, opleidingen, de invoering van nieuwe technologieën, de criteria voor ontslag, ...
- controleert de naleving van de sociale wetgeving en de cao’s, enz.
Er moet een ondernemingsraad worden opgericht in elk bedrijf dat ten minste 100 werknemers telt.
De werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad worden ook om de vier jaar door hun collega’s verkozen tijdens de sociale verkiezingen.